Een inktzwarte bladzijde

7 mei 2017 - Phnom Penh, Cambodja

Wie zich als Westerse toerist op straat waagt in Cambodja krijgt binnen de kortste tijd deze vragen in veelvoud naar zijn hoofd geslingerd:

'Hello sir. You want cold drink?'
'Tuktuk sir?'
'You want to buy nice scarf?'
'Sir, you want to go to Killing Fields?'

Die laatste vraag is exclusief voorbehouden aan Phnom Penh, de nummer twee op de ranglijst van 'hoofdsteden met onuitspreekbare namen' (alleen de hoofdstad van Madagascar is moeilijker, zoek maar op).
Want naast de tempels van Angkor is Cambodja natuurlijk ook bekend om een iets minder prettig stukje geschiedenis: de Rode Khmer.
Wie de beruchte Tuol Sleng gevangenis binnengaat wordt er maar meteen mee geconfronteerd. Van de duizenden mensen die in deze voormalige school werden binnengebracht hebben slechts twaalf (!) het overleefd. Enkel omdat ze als arbeidskrachten konden worden gebruikt. Dat soort duizelingwekkende cijfers en verhalen doen je soms letterlijk naar adem happen.

Een dag later bezocht ik even buiten Phnom Penh het Killing Field van Choeng Ek, de plek waar de gevangenen van Tuol Sleng naartoe werden gebracht om te sterven. Op het eerste oog lijkt het een idyllische plek met kwetterende vogeltjes en de wind die zachtjes door de bomen ruist. Dat hier veertig jaar geleden bijna dagelijks honderden mensen werden doodgeslagen met simpel landbouwgereedschap (om kogels te sparen) blijft moeilijk voor te stellen.
Toch gebeurde het. Een stupa, van onder tot boven gevuld met schedels, is het lugubere bewijs van deze macabere geschiedenis.

'Dat nooit meer' zeggen we dan in koor. Maar ondertussen worden in omringende landen als Myanmar en de Filipijnen minderheden en andere zogenaamde ongewenste personen zonder pardon omgelegd. Om over de situatie in Syrië en Irak nog maar te zwijgen (al moeten we dat juist níet doen)...

1 Reactie

  1. Hai:
    7 mei 2017
    Heftige toestanden Tom. Snel verder!